Veel mensen zien er tegenop een gesprekje te beginnen met een onbekende. Hoe start je zo’n gesprek? En waar moet je dan over praten? Toch zeker niet over het weer!
Zelf vind ik het soms ook best lastig. Herkenbaar? Ga met me mee naar de bibliotheek van programmamaker Frans Bromet.
Bromet is een meester in het aanknopen van gesprekjes met wildvreemden. Hij verstaat de kunst de ander te laten praten; bij hem wordt elk gesprekje een avontuur. Voor de VPRO maakte hij de documentaireserie ‘De bibliotheek’. Hij bezocht 8 bibliotheken (waaronder die van Den Helder, uitverkoren tot de beste bibliotheek van de wereld), en interviewde daar bezoekers. Tijdens de Boekenweek zond de VPRO elke avond een aflevering uit. Ik ben dol op de bibliotheek en een grote fan van Frans Bromet. Dit was voor mij 5*25 minuten volop genieten. De promo geeft een mooi sfeerbeeld.
De afleveringen zijn niet alleen zeer vermakelijk om naar te kijken, ze zijn ook heel leerzaam. Bromet laat zien hoe je in korte tijd een gesprek hebt dat echt ergens over gaat. Zo start hij bijvoorbeeld met de vraag of iemand een boek komt terugbrengen, en binnen een paar minuten praten ze over dood en leven. Hoe doet hij dat? Je leest het hieronder (het fragment is terug te kijken in aflevering 4, vanaf minuut 2).
Hij ziet een jonge vrouw een boek inleveren. Bromet stelt de eerste vraag en reageert daarna op alles wat ze zegt.
“Kom je een boek terugbrengen?”
“Ja, ik heb er net één teruggebracht.”
“Ja, ja, en kom je dan een nieuwe halen?”
“Ja, ik heb een klein boekje en wil nog meer van die auteur.”
“Wat voor klein boekje?”
“Van Toon Tellegen.”
“Ja, en is dat voor jezelf?”
“Ja, ik kom vaak in de bieb.”
“Oh ja? En wat heb je er voor jezelf aan, aan al de gelees?”
“Ik lees best wel wat psychologie- en filosofie-achtige dingen in combinatie met literair, daar ben ik naar op zoek, ik probeer daarvan te groeien.”
“Je wilt het fenomeen mens beter begrijpen?”
“Ja, dat doe ik al heel lang en nu dus door boeken. Ik wil ook mezelf en de wereld beter begrijpen.”
“En begrijp je de mens inmiddels al een beetje beter?”
“Ik ben wel een stuk relaxter, heb wel een fijner leven, nu. Dus het heeft zeker invloed.”
“Oh ja, vertel ‘s. Hoe is dat dan, dat fijnere leven?”
“Ik doe meer wat ik wil doen, ik ben wel een stuk rustiger van geworden. Ik ben niet constant meer van meer meer meer en van druk druk naar steeds volgende dingen.”
“Oh, ja, was je zo?”
“Ja, in ieder geval in mijn hoofd voelde het wel zo.”
“En dat wordt minder door te lezen?”
“Ja, als je gaat lezen voel je je rustiger. Bij een boek heb je alleen de letters en je hoofd kan daar de rest bij invullen. Dus de wereld gaat open, en enerzijds word je daar zelf rustiger van en anderzijds word je daar zelf groter van. Tja, ik kan het moeilijk uitleggen.”
“Ja.”
“Mijn vader is heel erg ziek en vandaar ook die interesse in dit soort onderwerpen.”
“Kies je dan boeken die daarmee te maken hebben?”
“Ja, ik heb een heel mooi boek gelezen van Yalom, Tegen de zon inkijken. En dat gaat echt over de dood in de ogen kijken.”
“En daar heb je dan ook echt wat aan.”
“Ja, ja. Ik denk dat we in deze wereld heel weinig bezig zijn met het feit dat de wereld ook niet zo superleuk is en dat we maar tijdelijk hier zijn. Juist daardoor kunnen we hier heel erg veel van leren om juist de wereld mooi te maken.”
Wat is het geheim van Bromet? Allereerst natuurlijk dat hij Frans Bromet is, en zijn eigen bijzondere stijl heeft ontwikkeld. Tegelijkertijd doet hij dingen die wij ook kunnen doen.
1. Hij begint met iets te zeggen over wat hij ziet. Ook al is het overduidelijk dat ze een boek terugbrengt, hij zegt het toch hardop.
2. Hij luistert naar wat ze zegt. Soms laat hij dat blijken door bijvoorbeeld “Ja” te zeggen of door te hummen.
3. Hij laat merken dat hij heeft gehoord wat ze zegt. Dat doet hij door in zijn eigen woorden te herhalen wat ze zegt, of door wat ze zegt samen te vatten.
4. Hij stelt vragen over wat ze vertelt, hij vraagt erop door. Hij geeft de ander de gelegenheid net zoveel te vertellen als die kwijt wil.
5. Soms vult hij zelf iets in (‘en daar heb je dan ook echt wat aan‘), waardoor hij laat blijken dat hij zich inleeft in haar situatie.
Stappen 2 t/m 4 lijken makkelijker dan ze zijn. Luisteren is juist zo lastig omdat we in ons hoofd al bezig zijn met wat wij straks hierover willen gaan zeggen. Of met het formuleren van wat we hier zelf van vinden. We maken ons vast klaar ons eigen verhaal te vertellen. Bromet doet dat niet. Hij is oprecht nieuwsgierig naar de ander en blijft zelf letterlijk en figuurlijk buiten beeld. Hij geeft de ander het podium. Bromet is als het ware de ‘aangever’ die zijn medespeler de bal aanspeelt om hem te laten schitteren.
Nu heeft Bromet de rol van interviewer. In een ‘normaal’ gesprek is het goed om op een gegeven moment wat over jezelf te vertellen. Bijvoorbeeld of je herkent wat de ander vertelt, of wat dat met jou zou doen. Door te delen en iets over jezelf te vertellen blijf je de ander uitnodigen dat ook te doen.
Stappen 2 t/m 4 zijn onderdeel van menige communicatietraining. We noemen het dan LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen. Het kan je hartverwarmende en ontroerende gesprekjes opleveren. Laat je inspireren door De Bibliotheek, hij zit vol met LSD en liet mij ook zien hoe gekleurd mijn eigen eerste indruk soms was.
De boekenweek is inmiddels voorbij maar de bibliotheek is het hele jaar open. Een prachtplek om te oefenen in het voeren van gesprekjes met onbekenden. Er is tenslotte altijd wel iemand die zijn boeken moet inleveren.