Je hebt standpunten en je hebt stondpunten. Een stondpunt is een standpunt dat je inmiddels hebt verlaten. Taalkundige Wim Daniëls introduceerde deze term in 2013 en sindsdien wijt Marike Stellinga elk jaar een column in de NRC aan haar stondpunten. Daniëls heeft moeite gedaan om deze term te laten opnemen in de Dikke van Dale maar ik ben bang dat dit nog niet is gelukt. Ik kan hem althans niet vinden. Wat jammer is, want ik vind het een prachtig woord: stondpunt. Een woord dat ons de vrijheid geeft om van mening te mogen veranderen, en ruimte biedt aan voortschrijdend inzicht.
Als het legitiem is om een stondpunt te hebben, dan is het makkelijker om een standpunt in te nemen.
Nu hebben veel mensen geen enkele moeite met het innemen van een standpunt, maar ik wel. Het voelt kwetsbaar om mijn mening te geven, ergens iets van te vinden. Kwetsbaar omdat ik zo een-twee-drie niet alles kan overzien waarop ik mijn standpunt zou willen baseren. Het moment dat ik een standpunt inneem slaat de twijfel alweer toe. Ik ga ik meteen in mijn hoofd op onderzoek uit of mijn standpunt al een stondpunt is geworden. Soms doe ik dat al voordat ik überhaupt mijn standpunt heb gedeeld, met als gevolg dat het in mijn hoofd een drukte van belang is maar niemand anders daar ook maar iets van meekrijgt. Grote kans dat zij denken dat ik allang ben afgehaakt.
‘Je mag ook wel wat zeggen, hoor’, of ‘wat denk jij hier eigenlijk van?’ krijg ik dan te horen. Waarbij ze met ‘mogen’ eigenlijk ‘moeten’ bedoelen, en grote kans dat ze met ‘denken’ eerder ‘vinden’ bedoelen. Letterlijk genomen klinken hun opmerkingen als een uitnodiging. Maar figuurlijk doen ze dat niet: ik voel me betrapt en in de hoek gedrukt. Ik voel op mijn klompen aan dat ze de warboel in mijn hoofd niet over zich heen willen krijgen. Nee, ze willen graag dat ik een helder standpunt inneem. Opdat ze weten wat ze aan me hebben. Herkenbaar? Dan ben jij vast, net als ik, iemand met een meer introvert karakter.
Introverte mensen vinden het lastig om een standpunt in te nemen.
Dat komt denk ik (☺) doordat introverte mensen bij uitstek degenen zijn die de voors en tegens zien. Ze koppelen nieuwe informatie aan bestaande kennis, en leggen verbanden met andere issues die ook spelen. Het zijn mensen die graag grondig en genuanceerd te werk gaan. Het liefst voeren ze een stevige inhoudelijke discussie, wisselen ze kennis en ervaring uit, vertellen ze wat ze hebben gezien en ontdekt, en wat voor vragen dat oproept. Ze wikken en wegen en schrikken soms van de stelligheid waarmee een ander zijn punt maakt, en van het gemak waarmee dat punt wordt ingewisseld voor een ander punt. Want er zijn genoeg mensen voor wie het wel doodnormaal is dat je van mening verandert.
De praktijk is dat we een consensuscultuur hebben waarin men het waardeert (normaal vindt) dat je meepraat, en het innemen van een standpunt is een manier om dat te doen. Ook al voelt dat voor een introvert oncomfortabel, als je niet meedoet sta je buiten spel of word je niet voor vol aangezien.
Het stondpunt geeft ruimte aan voortschrijdend inzicht. Als ik de vrijheid heb om van standpunt te wisselen, dan durf ik het wel aan er één in te nemen. Dan zie ik (voorlopige) standpunten als plantjes die ofwel verder zullen wortelen, ofwel na een tijdje worden verpot, ofwel afsterven. Het delen van mijn standpunt is dan geen eindstation maar onderdeel van een proces van meningsvorming. Elke keer dat mijn standpunt verandert in een stondpunt heb ik wat uit te leggen. Elke keer dat een ander een nieuw standpunt inneemt kan ik vragen naar zijn stondpunt en naar zijn beweegredenen om die te verlaten. Zo krijgen we dan toch die inhoudelijke discussie waar ik zo van geniet.