Bescheidenheid een topkwaliteit? Wat een boude uitspraak! Mijn bescheidenheid zit me in de weg als ik wil laten weten waarvoor je bij mij moet zijn. Mensen die ik coach ervaren hun bescheidenheid eerder als last dan als kwaliteit. Op het werk staat bescheidenheid bijna synoniem aan ‘niet zichtbaar’ en ‘laadt zich niet gelden’. De associatie met ‘niet succesvol’ is snel gemaakt. Niet bepaald bevorderlijk voor je carrière, deze kwaliteit. Is het eigenlijk wel een kwaliteit?
Bescheiden mensen voelen zich niet meer of beter dan ze zijn
De kwaliteit die onze handelingen en gedachten matigt, waardoor we onszelf nooit hoger of meer achten dan we zijn, dat betekent het Latijnse bescheidenĭa. Bescheiden mensen scheppen niet op over zichzelf en zullen geen buitensporig egoïstisch of individualistisch gedrag vertonen. Dit maakt dat ze een nederige, zachtmoedige houding hebben en een realistische kijk op zichzelf en op hun relaties met anderen. Ze weten wat ze kunnen, zien ook waar ze zichzelf kunnen verbeteren, en hebben respect voor anderen. Het zijn prettige personen met wie het goed samenwerken is.
Gek toch, dat de kwalificatie bescheidenheid nooit in vacatureteksten opduikt terwijl het zulke goede teamspelers zijn! Dit zal zeker te maken hebben met het feit dat in onze samenleving marktdenken nog steeds centraal staat; zelfbevestiging, profilering, en individuele verdienmodellen voeren de boventoon. Maar we ervaren inmiddels ook de grenzen en de nadelen van dit paradigma. Hoogste tijd dat daar verandering in komt. Onderzoek van Jim Collins in de jaren ’90 over de impact die bescheiden mensen kunnen hebben, stemt hoopvol.
Excellente leiders zijn zowel bescheiden als vastberaden
Jim Collins (van de bestseller Good to Great) onderzocht wat maakte dat vooraanstaande bedrijven het beter deden (financieel gezien gedurende tenminste 15 jaar) dan goed presterende bedrijven. Wat bleek? CEO’s van buitengewoon goed presterende bedrijven vertonen een krachtige combinatie van persoonlijke bescheidenheid en een sterke professionele wil. Ze scheppen niet op, doen niet aan publieke vleierij, houden zich vaak op de achtergrond en kunnen zelfs als stil overkomen. Deze leiders motiveren mensen door inspirerende zienswijzen, niet door persoonlijk charisma. Ze accepteren hun verantwoordelijkheid en kijken ook zelf in de spiegel als iets fout gaat. Het succes van hun bedrijf en dat waar ze voor staan, staat voorop, niet zijzelf als persoon. Ze durven vast te houden aan bepaalde principes. Onder andere de bedrijven Abbott Laboratories en Gillette vielen in deze topcategorie.
Wat telt is het lange termijn resultaat, niet de persoonlijke verdienste
Dichter bij huis vind ik Peter Blom een inspirerend voorbeeld van een bescheiden succesvolle leider. Bij zijn afscheid als hoogste baas van de Triodos Bank schreef NRC (september 2020): “Het feit dat Triodos als duurzaam alternatief op de Nederlandse markt aanwezig was en is, heeft een positieve invloed gehad op de verduurzaming bij andere financiële instellingen, zeggen vriend en vijand. Zo zorgde Triodos er achter de schermen voor dat de Nederlandse financiële instellingen een grotere rol gingen spelen aan de klimaattafels, waar het vorig jaar gesloten Klimaatakkoord is vormgegeven. Belangrijker nog dan zelf aan de haal te gaan met groene successen, vindt Blom het dat anderen het ook gaan inzien. Dus toen de toenmalige bazen van ING en ABN (Ralph Hamers en Kees van Dijkhuizen) en Rabo-topman Wiebe Draijer zich vorig jaar voorafgaand aan een VN-klimaattop trots lieten interviewen over het belang van duurzaamheid en verantwoordelijk bankieren, koos Blom voor een plek in de schaduw.”
We willen bijdragen aan iets dat groter is dan onszelf
Blom kreeg als bescheiden mens veel voor elkaar doordat hij ook vastberaden was, wilskracht toonde en een heldere koers uitzette. Hij ging zelfs zo ver dat hij samenwerking boven competitie stelde :“Of we onszelf overbodig maken? Dat zou ik het ultieme succes vinden.” Hiermee appelleert hij ook aan het intrinsieke verlangen om bij te dragen aan iets dat groter is dan onszelf. Daar hebben we meestal anderen bij nodig. Dus is het wel zaak in actie te komen, je te laten kennen, van je te laten horen. Als je je daar onzeker over voelt, dan is er werk aan de winkel. Want een beetje onverschrokkenheid of dapperheid is wel op zijn plaats: van nature zijn we gericht op het vermijden van risico’s. Het doel en jouw bijdrage helder voor ogen hebben geeft je de moed om te handelen.
Bescheiden de stoute schoenen aantrekken
Een moment dat mijn bescheidenheid in combinatie met een enorme drive en een dosis onverschrokkenheid zijn vruchten afwierp, was tijdens mijn promotieonderzoek. Voor het uitvoeren van mijn koffieproeven had ik o.a. de medewerking nodig van de medewerkers van de prikpoli in het Radboud. De artsen op mijn afdeling wensten me veel succes: dat lukt je nooit! Met lood in de schoenen ging ik met ze in gesprek. Ik vertelde over het belang van deze studie voor eenieders gezondheid, mijn overtuiging dat we dit met vereende krachten voor elkaar zouden krijgen en dat zij hierin onmisbaar waren. Daarbij had ik een helder, realistisch en uitgewerkt plan. De artsen kregen ongelijk! Achteraf stonden ze versteld van de grote betrokkenheid en inzet van iedereen die een rol had in mijn onderzoek. Op mijn promotiefeest staken ze er zelfs de draak mee: ‘wat heeft Marijke zelf nu eigenlijk gedaan?’.