Deze acht woorden van Jules Deelder geven prachtig weer wat onze aandacht behoeft.
Ik las het gedicht op een muur aan de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam toen ik november 2011 terugliep van de Hogeschool naar het CS. Ik ploeterde op teksten voor mijn website en vond het best lastig in woorden uit te drukken wat ik met mijn bedrijf wil bijdragen. Eigenlijk wil ik gewoon dat je mee doet, mee voelt, het meemaakt.
Als je het vermogen hebt de subtiliteiten van menselijke interactie te begrijpen en in staat bent de drijfveren van de mensen naast je te doorgronden, dan heb je een enorme voorsprong. Je kunt nog zulke goede ideeën hebben, als je niet in staat bent aan te sluiten bij je medewerkers, collega’s of vrienden, dan blijft het bij een goed idee. Je gooit al je argumenten, die stuk voor stuk hout snijden, op tafel en toch gaan ze niet met je mee (en als ze het wel doen blijkt het achteraf toch niet zo uit te pakken als gepland …). Herkenbaar? Kan het zijn dat in jouw beleving het hele plan al in kannen en kruiken zat? Dat je weinig oog had voor hoe zij er bij zaten, waar zij zich zorgen om maakten? Kortom, was je je omgeving even uit het oog verloren?
Wat je kan helpen is het aanboren van je empathisch vermogen. Het vermogen jezelf voor te stellen in de positie van de ander en waar te nemen wat die ander voelt. Het gaat dus om met iemand meevoelen. Niet te verwarren met sympathie, iets voor iemand voelen. Empathie vereist dat je afstemt op de ander, wat vaak betekent dat je onwillekeurig de ander een beetje nabootst (mimicri).
Oefening baart kunst. Doen is het nieuwe denken. Ga spelen, experimenteren, reflecteren. Neem het risico het een keer fout te doen. Kom uit je comfortzone, val eens uit je rol, neem een time-out “sorry, nu ben ik echt de draad kwijt….“. Aan de slag dus. Zodat je het geheel kunt overzien. Jezelf zien in je omgeving: je medemens.
Het gedicht hangt er sinds 1 november 2011 en is gerealiseerd door Mothership.